T’Oetje #14 Soepfeest naar de drukker!

Hoera! Soepfeest gaat gedrukt worden!
Wat een proces is het geweest om zover te komen. Dat de laatste loodjes het zwaarst wegen, heb ik aan den lijve ondervonden. Oneindig vaak (voor mijn gevoel 😉) heb ik elke pagina opnieuw gecontroleerd. Telkens als er iets werd aangepast (en dat doe ik regelmatig), moest ik weer alles nalopen: is er geen tekst verschoven? Is er geen zin onder een illustratie verdwenen? Zijn de lettertypes gelijk gebleven? De regelafstand ook? Kloppen de paginanummers? Op een gegeven moment begon ik er zelfs over te dromen!

Even een kleine zijstap over paginanummers.
Bij kinderboeken is het gebruikelijk om géén paginanummer te plaatsen op pagina’s die volledig uit een illustratie bestaan, of als er een grote illustratie onderaan staat. Het kán wel, maar visueel is het vaak netter om het weg te laten. Dit is trouwens geen vaste regel, maar meer een gewoonte die veel makers aanhouden. Overigens doe ik het ook bij kleinere illustraties onderaan, zoals ik sommige uitgevers ook wel heb zien doen. Het oogt rustiger.

De meeste lezers zullen het niet eens opmerken. Maar zodra mensen weten dat een boek in eigen beheer is uitgegeven, lijken ze ineens met een vergrootglas te kijken. “Weet je dat je een aantal paginanummers vergeten bent?” krijg je dan te horen. Terwijl dat dus gewoon een bewuste keuze is.
Op één pagina met tekst over een vage illustratie heb ik tóch een paginanummer geplaatst. Een kleine creatieve vrijheid die ik mezelf heb gegund, om te voorkomen dat er een hele reeks pagina’s zonder nummer zou zijn. Want ook dat leest niet prettig.
Zo zie je: het draait niet altijd om regeltjes, maar om de juiste balans.

De opmaak – een afbeelding plaatsen

Professionele hulp
Ik doe bijna alles zelf: schrijven, illustreren, opmaken. Dat laatste is niet altijd even leuk. Het liefst zou ik de opmaak uit handen geven en me alweer storten op een nieuw creatief project. Maar op deze manier houd ik de regie. Bovendien ben ik na afloop trots op wat ik heb neergezet.

Maar ik doe niet alles zelf. Ik weet hoe belangrijk professionele hulp is bij het schrijven van een boek. Je verliest het overzicht als je alles alleen doet. Zo kreeg ik een waardevolle manuscriptanalyse van Maaike Molhuysen van De Lettervrouw. En fouten zie je snel over het hoofd – grammatica is bovendien niet mijn sterkste kant. Gelukkig zorgde Bianca Nederlof voor een zorgvuldige tekst correctie. Toch had ik deze keer wat extra hulp nodig.

Namelijk met iets wat misschien heel simpel lijkt zoals het plaatsen van de barcode. Ik twijfelde of ik het goed deed – want als dat niet klopt, kunnen er grote problemen ontstaan in de winkel (en dan moet je stickertjes plakken over de barcodes heen). De barcode leek te klein en onscherp, al is dat lastig bepalen vanaf het scherm. Gelukkig sprong mijn oud-buurman bij. En toen ik de bestanden (cover en binnenwerk) opstuurde naar de drukker, bleek mijn opmaakprogramma de afloop van 5 mm niet goed verwerkt te hebben. En bij herhaalde pogingen lukte het nog niet. Paniek! Ik dacht even dat ik opnieuw moest beginnen. Maar gelukkig was de drukker heel behulpzaam en konden ze het voor me oplossen.

Alvast een klein stukje van de cover…

En nu… is het echt zover. De bestanden zijn definitief goedgekeurd en het boek gaat gedrukt worden! Over een maand heb ik het boek in handen. Een spannend moment. Ik kan bijna niet wachten om mijn kinderboek eindelijk echt vast te houden!

Nu neem ik een weekje rust, op wat regelzaken na, en dan stort ik me in een volgend creatief project. Ik heb er zin in!

Tot Oetje!