T’Oetje #10 – Een stap verder met Soepfeest – Oetje-kinderboeken

Het schiet op. Ik ben weer een stapje verder met mijn verhaal Soepfeest! Sinds deze week ligt het manuscript bij Bianca Nederlof https://biancanederlof.nl om de tekst grondig te controleren op schrijffouten. Misschien vraag je je af: “Kun je dat niet zelf? Je bent toch schrijver?”

Ja, ik ben schrijver, maar elk boek en elke schrijver heeft redactie nodig. Zelfs de allerbeste schrijvers – die bijvoorbeeld Nederlands hebben gestudeerd en zelf redigeren voor hun werk– laten hun tekst door anderen controleren. Het is bijna onmogelijk om alle fouten er zelf uit te halen. Sterker nog, schrijfster Kris Vanc vertelde me laatst dat een boek maar liefst zeventien paar ogen nodig heeft om echt helemaal foutloos te worden. Ze heeft er zelf voor gestudeerd én werkt als redacteur, dus dat zal wel kloppen. Wist jij dat? Ik niet!

Ik hoop in ieder geval dat er genoeg ogen naar Soepfeest hebben gekeken om alle foutjes eruit te halen. Tot nu toe kom ik op twaalf ogen, dus zes paar. Misschien moet ik nog een paar mensen vragen om mee te kijken als ik weer een stap verder ben en het boek heb opgemaakt… Met Nep-echt is het destijds goed gekomen.

Maar waarom maken we eigenlijk spelfouten? En waarom zien we die fouten vaak over het hoofd?
Als we een verhaal schrijven, zijn we meestal vooral bezig met wat we willen vertellen. De spelling schiet er dan soms bij in. Als we daarna onze eigen tekst teruglezen, gebeurt er iets anders: ons brein leest wat we verwachten te zien, niet wat er daadwerkelijk staat. Dat is ook waarom fouten je kunnen ontgaan als je een tekst van iemand anders corrigeert. Hetzelfde mechanisme speelt daar een rol.

Ondertussen, terwijl ik wacht op mijn manuscript (dat vast terugkomt met een hoop strepen en opmerkingen, want Bianca is heel goed 😉), werk ik verder aan mijn illustraties. Daar heb ik héél veel plezier in. Of zoals Oetje zegt: “héél, héél veel plezier!”

Tot Oetje!