De laatste tijd ben ik, naast schrijven en illustreren, ook druk bezig met punniken. Het is een heerlijk rustig klusje dat ik ’s avonds tijdens het televisiekijken kan doen. Maar je vraagt je misschien af: waarom zou je gaan punniken?
Nou, als je Oetje kent, dan weet je dat ze het niet breed heeft en voornamelijk leeft van wat er in haar moestuin groeit. Dat is niet veel, maar ze redt zich prima met haar oogst: aardappels, uien, boontjes en boerenkool. Vaak staat er bonensoep op het menu, of een stamppot boerenkool. Oetje deelt haar oogst trouwens graag uit, want ze heeft een groot en gul hart.
Vanuit dat idee ontstond mijn plan: ik wilde boontjes uitdelen aan klanten. Bij aanschaf van mijn boek Nep-echt geef ik namelijk een boekenlegger én een boontje cadeau. Maar hoe maak je van punnikwerk nu sperzieboontjes? Met een ouderwets punnikklosje en groene wol punnik ik smalle slangetjes, die ik vervolgens vul met (biologische) droge bruine boontjes. Op die manier krijgen ze precies de vorm en het gewicht van echte sperziebonen.
Een combinatie van creatief handwerk en een vleugje humor, waardoor punniken niet alleen ontspannend is, maar ook verrassend leuk!
Wel belangrijk: de kleine boontjes kunnen er gemakkelijk uitgehaald worden. Daarom voorzie ik elk boontje van een waarschuwing, zodat duidelijk is dat ze niet geschikt zijn voor kinderen onder de 3 jaar. Veiligheid staat immers voorop!
Lieve groe(n)tjes van Hellen en Oetje!